Wat voor straffen kan een rechter opleggen?
Binnen het strafrecht kunnen een breed scala aan straffen en maatregelen opgelegd worden. De meeste vindt u hieronder:
Schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel
Als de rechter tot een bewezenverklaring komt is hij niet verplicht om een straf of maatregel op te leggen aan een verdachte. Hij kan de verdachte ook schuldig verklaren zonder oplegging van een straf of maatregel. De rechter geeft dan toepassing aan artikel 9a Sr.
Voorwaardelijke straf
Het kan ook zo zijn dat de rechter een straf oplegt maar nog niet ten uitvoer legt, zolang de verdachte zich gedurende een bepaalde proeftijd aan voorwaarden houdt en/of geen nieuwe strafbare feiten pleegt. Aan de voorwaardelijke straf kunnen dus ook bijzondere voorwaarden worden verbonden om te zorgen dat een verdachte niet nogmaals nieuwe strafbare feiten pleegt.
Geldboete
De rechter kan ook een geldboete aan een verdachte opleggen. Via het CJIB (Centraal Justitieel Incasso Bureau) wordt de betaling van deze boete geïnd. Aan de rechter kan worden gevraagd om de geldboete in termijnen te betalen. Het minimale bedrag hiervoor is 50 euro per maand.
Werkstraf
De rechter kan ook een werkstraf opleggen, wat inhoudt dat de verdachte een aantal uren onbetaalde arbeid moet verrichten. De maximale duur van de werkstraf bedraagt 240 uren.
Gevangenisstraf
Indien een gevangenisstraf wordt opgelegd betreft het een tijdelijke of levenslange gevangenisstraf. De tijdelijke gevangenisstraffen variëren van minimaal 1 dag tot maximaal 30 jaar. Een levenslange gevangenisstraf is in Nederland in beginsel ook echt levenslang. Sinds kort komen levenslanggestraften echter ook na 25 jaar in aanmerking voor een herbeoordeling. Dit gebeurt door het Adviescollege voor Levenslanggestraften en zij bekijken hoe de levenslanggestrafte zich heeft ontwikkeld en of hij in aanmerking komt voor terugkeer in de maatschappij.
TBS
TBS staat voor terbeschikkingstelling. TBS is een maatregel die door de rechter kan worden opgelegd aan een verdachte. Het gaat hierbij dan veelal om verdachten die een ernstig feit hebben gepleegd en lijden aan een psychiatrische stoornis. De wet kent twee vormen van TBS:
TBS met dwangverpleging
Bij TBS met dwangverpleging gaat het om een daadwerkelijke opname in een van de TBS-klinieken. TBS met dwangverpleging is geregeld in artikel 37b Sr.
TBS met voorwaarden
Een TBS met voorwaarden is aan de orde als het recidivegevaar naar verwachting afdoende afgewend kan worden door het stellen van voorwaarden die zien op het gedrag van de ter beschikking gestelde.
ISD
ISD staat voor Maatregel Inrichting Stelselmatige Daders. De maatregel ISD is een maatregel die wordt gebruikt voor (meerderjarige) stelselmatige daders. Dit zijn verdachten die (zeer) veel in aanmerking komen met politie en justitie. Het gaat om een maatregel voor de duur van twee jaren. Zij worden gedurende die tijd geplaatst in een daartoe aangewezen inrichting.
Gedragsaanwijzing
Een maatregel die steeds vaker wordt opgelegd is de gedragsaanwijzing. Deze wordt echter niet door de rechter opgelegd, maar door de officier van justitie. Deze gedragsaanwijzing betekent dat de verdachte iets wel of niet mag voor een periode van maximaal die maanden. De verdachte kan hiertegen in beroep bij de rechtbank. Bij een gegrondverklaring zal de gedragsaanwijzing komen te vervallen.
Ontzegging van de rijbevoegdheid
In verkeerszaken kan de rechter kiezen voor ontzegging van de rijbevoegdheid. Dit houdt in dat de verdachte voor een bepaalde periode geen motorrijtuigen mag besturen.
Straffen voor minderjarigen:
Halt-afdoening
De Halt-straf is een “straf” die alleen geldt voor minderjarige verdachten. Met de Halt-afdoening wordt verdere strafvervolging voorkomen. De verdachte moet hier wel mee instemmen en een beperkt aantal uren werken. Daartegenover staat dat er geen aantekening van wordt gemaakt op het strafblad.
Jeugddetentie
Jeugddetentie is een gevangenisstraf voor minderjarigen die een misdrijf hebben gepleegd. Aan minderjarigen onder de 12 jaar kan geen gevangenisstraf worden opgelegd. Voor minderjarigen in de leeftijd van 12-15 jaar bedraagt de maximumstraf 12 maanden. Voor minderjarigen van 16 en 17 jaar geldt een maximum van 24 maanden. Net als voor meerderjarigen is de minimum gevangenisstraf één dag. Voor minderjarigen is er een aparte justitiële jeugdinrichting.
PIJ-maatregel
De kinderrechter kan naast (of in plaats van) jeugddetentie ook een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel) opleggen aan minderjarigen die een ernstig misdrijf hebben gepleegd. De PIJ-maatregel is de zwaarste strafrechtelijke maatregel voor jeugdigen. De PIJ-maatregel is vergelijkbaar met de TBS-maatregel voor volwassenen en wordt daarom ook wel “jeugd-TBS” genoemd. De voornaamste doelen van de PIJ-maatregel zijn behandeling en (her)opvoeding van de minderjarige.